Speltherapie in de wachtrij

24.6.027
Normen: voortvarendheid, goede informatieverstrekking, fair play

Als een vrouw zich zorgen maakt over haar zoon, gaat ze op zoek naar hulp. Speltherapie lijkt haar geschikt. Ze vraagt aan WIJ of zij haar kan helpen om deze hulp te regelen. Het blijft vervolgens stil, ook als de vrouw erachteraan belt. Ze gaat intussen zelf op zoek en vindt een speltherapeut waar haar zoon gelijk terecht kan. Een paar weken daarna komt ook het proces bij WIJ op gang. WIJ vertelt de vrouw dat niet zeker is of deze speltherapie door kan gaan. Als Basis Jeugdhulp (BJH) deze hulp ook kan bieden dan gaat dat, volgens het beleid van de gemeente, voor en zal de vrouw moeten stoppen met de speltherapeut. Het duurt volgens de vrouw lang voordat zij daar duidelijkheid over krijgt en dat is niet goed voor haar en haar zoon. Ze vraagt de ombudsman of zij wil onderzoeken of het proces bij WIJ goed is verlopen. En dat doen we.

Op de website van de gemeente staat dat er binnen 5 werkdagen contact wordt opgenomen door iemand van BJH als iemand zich meldt bij een WIJ-team. Er wordt dan eerst een lichte toets gedaan. Bij de vrouw duurt het 4 weken en bij de lichte toets wordt niet gelijk duidelijk of de speltherapie door kan gaan. WIJ moet hiervoor een paar keer intern overleggen. Na een paar weken vertelt WIJ de vrouw de uitkomst: het zal toch BJH worden. Het is zorgvuldig van WIJ dat zij goed onderzoekt wat er mogelijk is binnen de regelgeving. Zeker nu er al speltherapie is gestart. Na de lichte toets duurt het vervolgens nog 6 weken voor er contact is met BJH. De ombudsman concludeert dat de vrouw veel langer heeft moeten wachten dan verwacht mag worden.

De vrouw denkt toch dat de ingezette speltherapie beter is voor haar zoon dan BJH. Ze wil daarom een officiële afwijzing, want ze wil bezwaar maken. De gemeente moet dat besluit nemen, maar heeft daarvoor een advies van WIJ nodig. Dus moet WIJ eerst onderzoek doen. Dat wordt niet door WIJ gestart want WIJ dacht dat de vrouw het eens was met BJH en geen onderzoek meer wil. Dat klopt niet. De ombudsman ziet dat de vrouw duidelijk heeft aangegeven dat zij een onderzoek wil. De ombudsman doet daarom de aanbeveling aan WIJ om de uitkomst van de lichte toets in het vervolg schriftelijk aan ouders en jeugdigen te bevestigen. Zij kunnen dan op hun beurt aangeven of zij het daarmee eens zijn. Daarmee kunnen misverstanden voorkomen worden.