Onbetaalde zorg
25.2.015
Een moeder kan de opvoeding van haar dochter niet alleen aan. De dochter heeft een beperking en dat is zwaar. In 2024 krijgt ze een persoonsgebonden budget (PGB) voor bepaalde zorg. De moeder sluit met de zorgverlener zorgovereenkomsten af en de zorg wordt verleend. Alles lijkt geregeld. Maar dan blijkt na een tijdje, als de indicatietermijn is afgelopen, dat de zorgverlener geen geld heeft ontvangen. Omdat WIJ/de gemeente de zorgovereenkomsten niet heeft goedgekeurd kan de zorgverlener zijn uren niet declareren. Het beschikbare budget valt in de redenering van WIJ dus weer vrij en kan op een andere manier worden ingezet. WIJ weet ook al hoe. De dochter heeft ter overbrugging totdat de indicatie voor de Wet langdurige zorg (WLZ) is goedgekeurd een verlenging van het PGB nodig. In het ondersteuningsplan staat dat WIJ het eerder niet gebruikte budget hiervoor wil
gebruiken.
De vrouw zit nu klem. Als ze het ondersteuningsplan niet tekent, ontvangt haar dochter geen verlenging van het PGB en kan ze geen zorg inkopen ter overbrugging naar de WLZ. Als ze het ondersteuningsplan wèl tekent is ze ook akkoord met de inzet van het verlopen PGB voor de verlenging. Dat betekent dat ze vervolgens de zorgverlener die nog wacht op haar geld niet kan betalen. Je kunt het budget immers niet twee keer uitgeven. Ze gaat naar de ombudsman. De ombudsman begrijpt het probleem en vraagt WIJ om snel in contact te treden met de vrouw om dit op te lossen. Dat gebeurt en er worden afspraken gemaakt. Ze krijgen een PGB totdat de WLZ start en WIJ gaat kijken of het overzicht van de eerder verleende zorguren voldoende is om het inmiddels verlopen PGB alsnog toe te kennen. De ombudsman laat de vrouw weten dat als er toch nog ergens een kink in de kabel komt ze direct weer contact met haar kan opnemen. Voor nu is de bemoeienis van de ombudsman afgerond.