Mag het licht aan

 25.1.004 

De drie lantaarnpalen voor het appartementencomplex van een vrouw zijn al meer dan een jaar kapot. Zij en haar medebewoners doen hierover herhaaldelijk een melding bij de gemeente. Op hun meldingen bericht de gemeente dat het is opgelost. Dat klopt niet. Inmiddels zijn in het donker al verscheidene oudere bewoners gevallen en hangen er regelmatig jongeren rond. Dat geeft een onveilig gevoel. Na de laatste toezegging van de gemeente dat het binnen een week wordt aangepakt maar er weer niets gebeurt, is de maat voor de vrouw vol. Ze stapt naar de ombudsman.
Die vraagt de gemeente wat er aan de hand is en of er op korte termijn actie ondernomen kan worden.

De gemeente legt uit dat de storing wordt veroorzaakt door werkzaamheden vanuit een project in de wijk. De afdeling die daarover gaat wordt ingeschakeld en binnen een week branden de lantaarnpalen weer. De vrouw is blij met deze actie, maar begrijpt niet waarom de gemeente op de meldingen steeds zei dat het is opgelost terwijl dat duidelijk niet het geval was.

Dit signaal bereikt de ombudsman vaker. In een eerder onderzoek heeft de ombudsman begrepen dat ‘opgelost’ ook kan betekenen dat het naar een andere (verantwoordelijke) afdeling is doorgezet. In het systeem wordt de melding dan afgemeld als opgelost. Dat is verwarrend. Als de gemeente inwoners meldt dat de melding is opgelost, mogen zij ervan uitgaan dat hun probleem is opgelost. Niet het systeem maar correcte communicatie richting de burger moet leidend zijn. Dat geeft de ombudsman de gemeente met dit signaal dan ook mee.