Gevoel en feiten
Trefwoorden: jeugdzorg, ongelijke behandeling
Een man voelt zich in de contacten met WIJ niet gehoord. De medewerkers met wie hij sprak, gaven aan dat ze niet begrepen wat hij wilde zeggen. Op de vraag van de man om dan met andere medewerkers te spreken, werd vervolgens niet ingegaan. In plaats daarvan werden de gesprekken afgebroken en werd een rapport naar Veilig Thuis gestuurd. In dat rapport mist de man essentiële informatie en wordt een beeld van hem geschetst dat niet klopt. Hij gaat daarom naar de ombudsman.
WIJ laat in hun reactie op deze klacht aan de ombudsman weten dat Veilig Thuis een melding heeft gedaan bij het WIJ-team. Dat was vanwege een geweldsincident tussen de man en zijn ex, waar hun dochter bij was. Op basis van deze melding is aan beide ouders gevraagd om een vrijwillig hulpverleningstraject aan te gaan. Beiden hebben aangegeven dit te willen. Daarop is het WIJ-team gestart met de gesprekken.
Geen goed begrip
De WIJ-medewerkers erkennen in de gesprekken te hebben gezegd dat zij de man niet goed begrepen. Ze vonden het lastig om de punten van de man helder te krijgen. Dat de man zou hebben gevraagd om met andere medewerkers te spreken wordt door de betreffende medewerkers ontkend. De ombudsman was er niet bij en kan daar om die reden dus niets over zeggen. Maar als gesprekspartners elkaar niet goed begrijpen, dan lijkt het erbij halen van een collega of het overdragen van de zaak voor de hand te liggen. Daar hoeft niet een specifiek verzoek aan ten grondslag te liggen.
Stoppen gesprekken
Dat de medewerkers zijn gestopt met de gesprekken was omdat het na 3 gesprekken nog niet gelukt was om de onderlinge communicatie tussen beide ouders te verbeteren. De ombudsman constateert dat de medewerkers de beide ex-partners niet kunnen dwingen tot een andere wijze van communiceren. Het is en blijft een traject in het vrijwillige kader.
Rapport
WIJ geeft aan dat het verslag een weergave is van wat de WIJ-medewerkers tijdens de contacten met de ouders hebben geconstateerd. De ombudsman begrijpt van WIJ dat de man door Veilig Thuis in de gelegenheid is gesteld om hierop te reageren en dat heeft hij ook gedaan. Zijn toelichting zou volgens WIJ aan het definitieve rapport van Veilig Thuis zijn toegevoegd en dat lijkt de ombudsman correct.
Verkeerd beeld
WIJ vindt het vervelend dat de man het gevoel heeft dat zij meer waarde zou hechten aan het verhaal van zijn ex-partner dan aan dat van hem. Volgens WIJ hebben de medewerkers zich in de gesprekken neutraal opgesteld. Wel merkten de medewerkers in de gesprekken dat de man behoefte had aan waarheidsvinding. Dat de gesprekken met WIJ daar niet toe dienen, wil niet zeggen dat betrokkenen dit weten. In dat kader vindt de ombudsman het belangrijk dat WIJ betrokkenen hierover inzichtelijk informeert. Zij doet een aanbeveling aan WIJ om een brochure te ontwikkelen met informatie die later kan worden nagelezen. Omdat de ombudsman niet bij de gesprekken aanwezig was kan zij niet oordelen dat WIJ op dit punt verkeerd heeft gehandeld.
Tot slot
Op grond van het bovenstaande heeft de ombudsman mogelijk niet het gevoel kunnen wegnemen dat de man zich niet gehoord heeft gevoeld. Daarvoor leent een feitenonderzoek zich minder goed.