Extra strook gemeentegrond
Trefwoorden: behandel/reactietermijn, gebruik openbare ruimte
Een man koopt een woning. De vorige eigenaren hebben daar 57 jaar gewoond en in de loop der jaren een strook gemeentegrond aan hun tuin toegevoegd. De nieuwe bewoner wil dit gebruik legaliseren en benadert de gemeente. Hij is van mening dat hij door ‘bevrijdende verjaring’ eigenaar is geworden van deze extra strook. De gemeente reageert en is van mening dat de grond haar eigendom is en moet blijven. Er is geen sprake van bevrijdende verjaring. De man is het daar niet mee eens en maakt dat schriftelijk kenbaar. Vervolgens hoort de man niets meer van de gemeente. Ondertussen wil hij niet investeren in zijn tuin en heeft onderhoud van de bewuste strook geen zin.
Na een aantal maanden komt opnieuw de bevestiging van de gemeente dat de grond haar eigendom is en blijft. De man wordt verzocht alles wat niet hoort op de strook binnen 28 dagen te verwijderen. Zo niet, dan zal de gemeente dat doen en de kosten verhalen op de man. De man vindt dat deze mail van de gemeente geen formele status heeft. Hij laat weten: ‘Als jullie de tuin terug willen vorderen, dan regel je dat maar via de rechter’. Hierop reageert de gemeente niet. De man weet niet waar hij aan toe is, er is namelijk na ondertussen drie maanden ook nog niet gehandhaafd. Hij schakelt de ombudsman in.
De ombudsman vraagt de gemeente om uit te leggen waarom de man steeds erg lang moet wachten op een reactie en waarom deze soms helemaal uitblijft. De gemeente erkent dat dit niet vlot is afgehandeld en biedt haar excuses daarvoor aan. De gemeente heeft bewust niet gereageerd op de laatste opmerking van de man dat het maar via de rechter moet worden uitgevochten. De gemeente geeft achteraf toe dat ze ten onrechte ervan uitging dat de man zou begrijpen dat het principe is ‘wie eist, die bewijst’ en dat dat betekent dat de gemeente niet van plan is om zelf actie te ondernemen via de rechter. Ook daarvan zegt de gemeente nu dat ze dat beter expliciet had kunnen aangeven bij de man. Tot slot kan de gemeente zich voorstellen dat er onzekerheid ontstaat als er niet gehandhaafd wordt, terwijl ooit wel een deadline is gegeven. De gemeente geeft de man nu een aantal extra weken. Ook al is dit niet de uitkomst waar de man op zit te wachten, de ombudsman is van mening dat de man uiteindelijk wel voldoende informatie heeft gekregen zodat hij weet waar hij aan toe is.