De strijd om een besluit
25.2.004
Normen: voortvarendheid, luisteren naar de burger en fair play
Een groot eenoudergezin heeft al jaren een leaseauto via de Wmo. Deze auto heeft het gezin niet alleen nodig voor school en sociale activiteiten, maar ook om tussendoor naar het ziekenhuis en verschillende zorginstanties te gaan. Halverwege 2024 krijgt de vrouw van WIJ te horen dat de indicatie voor een laatste keer wordt verlengd. De vrouw wil een formeel besluit zodat ze ruim vóór afloop van de indicatietermijn bezwaar kan maken tegen het besluit. Ze hoopt via het bezwaar de leaseauto te houden. Het besluit blijft uit, ook al wordt een aantal keren gezegd dat het eraan komt. De vrouw weet niet hoe ze het zonder auto moet bolwerken. Ze schaft daarom, met geleend geld, vlak voor het einde van de indicatietermijn zelf een tweedehands auto aan. Volgens WIJ heeft de vrouw nu zelf een oplossing gevonden en trekt zij daarmee haar aanvraag in. Dat klopt niet, zegt de vrouw. Ze wil nog steeds een leaseauto via de Wmo en dús een besluit daarover.
De gemeente neemt een besluit op basis van het advies van WIJ. WIJ moet daarvoor een door de vrouw getekend ondersteuningsplan sturen. Het duurt erg lang voordat de vrouw dit plan van WIJ krijgt. Hierin adviseert WIJ de gemeente te stoppen met de leaseconstructie en de indicatie. De vrouw tekent daarom het ondersteuningsplan onder protest. Het is niet duidelijk waarom, maar WIJ stuurt het ondertekende plan toch niet door naar de gemeente. Moedeloos komt de vrouw bij de ombudsman.
De ombudsman ziet urgentie en stuurt daarom zelf het ondersteuningsplan naar de gemeente. De gemeente neemt vervolgens een besluit en de vrouw maakt daartegen bezwaar. Dat deel is nu in gang gezet. Toch voelt het voor de vrouw allemaal niet goed en ze vraagt de ombudsman onderzoek te doen naar het proces dat hieraan vooraf is gegaan. Dat doet de ombudsman.
De ombudsman ziet dat WIJ de financiële situatie van de vrouw heeft onderzocht en op basis daarvan heeft vastgesteld dat zij geen recht heeft op een verlenging van de leaseconstructie. Dit onderzoek heeft WIJ niet afgerond binnen de zes weken die daarvoor staan. Vervolgens begint het langdurige proces waarbij WIJ toezegt dat er snel een besluit komt maar dat komt maar niet en ook het ondersteuningsplan wordt in eerste instantie niet aan de vrouw gegeven. WIJ informeert de vrouw wel mondeling dat de aanvraag zal worden afgewezen. Vervolgens hoort de vrouw van WIJ dat ze geen besluit krijgt omdat de indicatie toch niet wordt verlengd. Deze redenering klopt niet. Al met al constateert de ombudsman dat WIJ tijdens het proces niet naar de vrouw heeft geluisterd en dat de houding van WIJ het tijdig gebruik van rechtsmiddelen door de vrouw heeft belemmerd.