Langslepend traject vlotgetrokken

Trefwoorden: dossier(vorming), procedure, WMO-voorziening

Een vrouw is vanaf 2015 in overleg met de gemeente, Beschermd Wonen en WIJ (verder: de gemeente) over de voorzieningen die zij nodig heeft om zelfstandig te kunnen leven en wonen.
Ze had al een indicatie van het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) voor 5 jaar, maar door veranderde wetgeving moest ze zich in 2015 tot de gemeente wenden. De vrouw heeft daar heel veel informatie voor aangeleverd bij de gemeente waarop meerdere keren gezegd werd dat het goed zal komen. Echter nog steeds zonder resultaat. Het zijn namelijk geen standaardvoorzieningen die ze nodig heeft, waardoor de gemeente moest zoeken naar een ‘potje’ om deze voorzieningen uit te financieren. Ook heeft de vrouw te maken gehad met vele medewerkers. Bij elke nieuwe moest ze weer haar hele verhaal uit de doeken doen. Bij de laatste intake voor deze voorzieningen heeft de vrouw aangegeven dat alle benodigde informatie al lang en breed bij de gemeente aanwezig is. Zij levert de informatie daarom niet opnieuw aan en dat wordt gezien als een weigering om mee te werken. De vrouw is dan echt ten einde raad en meldt zich bij de ombudsman.

In de eerste reactie van de gemeente laat die weten de gang van zaken zeer te betreuren en erkent de gemeente dat de overdracht tussen de verschillende medewerkers niet altijd zorgvuldig is gebeurd. De gemeente biedt hiervoor haar excuses aan. Ook biedt de gemeente aan dat ze aanvullend onderzoek wil doen en vraagt de vrouw via de ombudsman om een nadere toelichting van haar aanvraag.
Dat schiet bij de ombudsman in het verkeerde keelgat omdat ook zij, op grond van het door de vrouw aangeleverde dossier, heeft geconstateerd dat alle benodigde informatie al bij de gemeente is.

Om versnelling in het proces te brengen, nodigt de ombudsman vertegenwoordigers van de gemeente, WIJ en Beschermd Wonen aan tafel. Tijdens dit gesprek zegt de gemeente toe de gevraagde voorzieningen zonder verder onderzoek toe te kennen. Dat gebeurt bijna 2 maanden later per brief aan de vrouw. In de toekenningsbrief staat een zin die echter veel onrust bij haar oproept. Dat is de zin dat de gemeente de situatie, ook tussentijds opnieuw kan onderzoeken en dat de vrouw dan moet meewerken aan een (her)onderzoek. Omdat het na zoveel jaren strijd nodig is dat de vrouw een tijdje rust krijgt, doet de ombudsman daarom de aanbeveling aan de gemeente om de vrouw de komende 2 jaar, met rust te laten. Als zij iets nodig heeft van de gemeente, zal de vrouw zichzelf melden.

Ook doet de ombudsman de aanbeveling aan de gemeente om in het dossier te schrappen dat de vrouw niet wilde meewerken (aan het laatste onderzoek). Zij zou daar later mogelijk last van kunnen krijgen, terwijl deze beoordeling door de gemeente onjuist was, zoals ook de gemeente heeft toegegeven.