Geen nachtrust door gebrom

Trefwoorden: communicatie, handhaven, overlast

Een bewoonster van een appartement boven winkels, ervaart geluidsoverlast sinds er een ander bedrijf onder haar is gekomen. De gemeente heeft in 2020 4x een geluidsmeting gedaan en er is verschillende keren geconstateerd dat de geluidsnormen van het Activiteitenbesluit worden overschreden. Met name in de nacht. Het bedrijf heeft aanpassingen gedaan, die wel hebben geleid tot enige geluidsreductie, maar nog niet voldoende.
De herhaalde constatering van overschrijding van de geluidsnorm leidt ertoe dat de gemeente een waarschuwing stuurt aan het bedrijf. Het bedrijf krijgt een termijn om de overtreding op te heffen. Als de termijn verstreken is, zal de gemeente opnieuw een geluidsmeting doen. Tot verbazing van de vrouw en haar buren – die dezelfde overlast ervaren – stuurt de gemeente dan een e-mail waarin zij spreekt over twee verschillende bronnen die beide net onder het aantal toegestane decibellen geluid produceren. De gemeente kan “niet één veroorzaker aanwijzen, die ervoor zorgt dat de bromtoon boven de geluidsnorm uitkomt.” En dat is de reden dat de gemeente niet kan handhaven. De vrouw beklaagt zich er bij de ombudsman over dat de gemeente ineens stopt met haar inspanningen, terwijl zij vorig jaar heeft aangegeven niet eerder te stoppen dan wanneer het is opgelost.
De gemeente laat hierop aan de ombudsman weten dat er ná de waarschuwing een test is geweest waarbij het betreffende bedrijf de installaties heeft uitgezet. Daar waren de vrouw en haar buren bij aanwezig. De gemeente echter niet. Uit deze test kwam naar voren dat de overlast niet weg was als het betreffende bedrijf de installaties uitzette. Dat leidde bij de gemeente tot de conclusie dat het geluid niet eenduidig aan één bron is toe te wijzen. Er zijn meerdere bedrijven in de directe omgeving die geluid produceren. Zonder individuele overtreder kan de gemeente niet handhavend optreden.
De vrouw laat naar aanleiding van deze reactie van de gemeente aan de ombudsman weten dat ze niet hebben gezíen dat de stekkers uit alle apparaten zijn gehaald toen de test werd gedaan. Zij en haar buren twijfelen daar nu over. Even later vraagt ze de ombudsman te wachten met de verdere klachtbehandeling omdat er misschien een onderzoek komt door een akoestisch ingenieur uit haar eigen kennissenkring. Twee maanden later meldt de vrouw dat er nieuwe ontwikkelingen zijn. Het akoestisch onderzoek gaat er niet van komen, maar een isolatiedeskundige heeft gezien dat er onderdelen van de installatie van het bedrijf onder haar aan het plafond vastgemaakt zitten. Dat leidt bij de ombudsman tot de vraag aan de gemeente of die opnieuw een geluidsmeting wil doen. Dat wil de gemeente doen en zij zal daarvoor een afspraak maken met de vrouw.
Dan meldt de vrouw zich opnieuw bij de ombudsman met de boodschap dat ze afziet van een meting door de gemeente. Inmiddels loopt er een ander traject op initiatief van het bedrijf onder haar. De eigenaar heeft besloten om een akoestisch adviesbureau in te schakelen. Met deze nieuwe informatie is er voor de ombudsman geen rol meer weggelegd en gaat over tot sluiting van het dossier.