Vervanger voor contactpersoon

Trefwoorden: informatieverstrekking

Een vrouw heeft een vaste contactpersoon bij de gemeente. Deze contactpersoon is echter uitgevallen en de vraag van de vrouw is wie haar vervangt. Haar contactpersoon heeft enkele weken eerder laten weten dat ze zoekt naar een vervanger, maar nader bericht hierover blijft uit. Ook heeft de vrouw navraag gedaan bij een andere medewerker van de gemeente, maar die wist het niet. Vandaar dat ze zich tot de ombudsman wendt.
Als de ombudsman deze vraag neerlegt bij de gemeente, laat die per ommegaande weten nog steeds op zoek te zijn naar een vervanger. Als de ombudsman dat aan de vrouw vertelt, vraagt de vrouw zich af hoelang de contactmaatregel nog geldt. De vrouw heeft zelf het idee dat het voor 3 maanden zou zijn. Even later laat de gemeente weten wie de nieuwe contactpersoon is. De vrouw zou daar een brief over hebben ontvangen. Als de vrouw dit hoort, laat ze weten geen brief te hebben gekregen. Ook vraagt ze zich af of ze alles weer opnieuw moet vertellen. De vorige contactpersoon kende haar verhaal en de vragen die ze heeft. Ze vindt het vermoeiend steeds haar verhaal te moeten vertellen. De ombudsman vraagt een kopie van de brief op bij de gemeente en stuurt die naar de vrouw. Daaruit blijkt niet dat de maatregel tijdelijk is. Vanwege de vermoeidheid van de vrouw doet de ombudsman de suggestie om de vragen per e-mail te stellen aan haar contactpersoon. Dat is misschien minder belastend en dan kan ze de antwoorden rustig nalezen. Met die suggestie eindigen de bemoeienissen van de ombudsman.