Te snel gehandeld

Trefwoorden: verwachting

Een echtpaar beklaagt zich over de ten onrechte gewekte verwachtingen door de gemeente. Ze wonen in een twee-onder-een- kapwoning met een grote garage. De woning wordt voor hen te groot en is heel geschikt voor hun zoon met zijn gezin. Die is namelijk al geruime tijd op zoek naar een geschikte en betaalbare woning. Dat blijkt zeer lastig. Het echtpaar wil de garage ombouwen tot een appartement voor henzelf. Met dit plan bellen zij met de gemeente. De medewerker die zij spreken wekt de verwachting dat het plan uitgevoerd kan worden. Er zijn misschien aanpassingen en ontheffingen nodig, maar de informatie geeft het echtpaar het vertrouwen dat de vergunningverlening goed zal komen. De zoon vertrouwt ook op een goede afloop. Hij zegt zijn huurwoning nog tijdens de fase van vooroverleg met de gemeente op en trekt in de woning van zijn ouders. Enkele weken later krijgt het echtpaar te horen dat het plan niet door kan gaan. De gemeente laat desgevraagd weten mee te willen denken over wat hier wel haalbaar is. Tijdens een later gesprek is er volgens het echtpaar echter geen sprake van de toegezegde meedenkende houding van de gemeente.

Gewekte verwachting

De ombudsman legt de kwestie voor aan de gemeente. De gemeente geeft een andere lezing van twee telefoongesprekken met het echtpaar.
De ombudsman constateert dat de herinnering van het echtpaar en de medewerker aan de telefoongesprekken verschilt. Zo wordt niet duidelijk wiens idee het was om de woning te splitsen. Wel wordt duidelijk dat de medewerker niet heeft toegezegd dat ze een vergunning zouden krijgen. Dat hij heeft gezegd dat de plannen haalbaar zouden kunnen zijn, wil niet zeggen dat dit ook daadwerkelijk zo is. Zoals het echtpaar heeft aangegeven, heeft de medewerker geen garantie gegeven over de haalbaarheid van de plannen. De gemeente legt inzichtelijk uit waarom dit in telefoongesprekken ook niet kan worden bepaald. Gelet op de informatie die de ombudsman heeft ontvangen, is niet gebleken dat de medewerker verwachtingen heeft gewekt waaruit het echtpaar gerechtvaardigd mocht opmaken dat zij een vergunning zouden krijgen.

Meedenken

Nadat de gemeente aangeeft dat ze ‘zeker even wil meedenken over wat hier eventueel wel mogelijk is’, heeft het echtpaar met hun architect de plannen en tekeningen aangepast en toegestuurd aan de gemeente. De gemeente laat weten geen noemenswaardige verschillen met het eerdere plan te zien. Zo gaat het plan nog steeds uit van woningsplitsing en zelfstandige bewoning in een bijgebouw. Hiervan had de gemeente eerder al laten weten er geen medewerking aan te kunnen verlenen. In het gesprek over het aangepaste plan laat de gemeente weten op grond van het bestemmingsplan nog steeds geen mogelijkheden te zien. De ombudsman bekijkt het bestemmingsplan en ziet ook dat bijv. het hoofdgebouw niet gebruikt kan worden voor meer dan één woning en dat bijgebouwen niet gebruikt mogen worden voor zelfstandige bewoning. De ombudsman ziet  dat de gemeente hierdoor geen ruimte heeft om mee te denken.