Laat besluit energietoeslag heeft gevolgen

Trefwoorden: procedure

Een man beklaagt zich erover dat hij geen toeslag voor energiekosten kan aanvragen, omdat hij ten tijde van de aanvraag net verhuisd is uit de gemeente Groningen. De man voelt zich benadeeld door het feit dat de gemeente relatief laat (november 2022) met een aanvullende regeling komt voor personen met een inkomen tussen 120% en 140% van de bijstandsnorm. Het betreft een uitbreiding van de regeling die al bestond voor lagere inkomens. De man is van mening dat de regeling betrekking heeft op de hoge energiekosten in de winterperiode 2021/2022. Voor de winterperiode 2022/2023 is er een landelijke regeling: 2x €190 en een energieplafond.
De man was in de winter van 2021/2021 (en tot ver daarna) ingeschreven in de gemeente Groningen en voldeed aan de inkomenseis en hij had zeer hoge energiekosten. De intentie van de regeling is daarom volledig op hem van toepassing, maar hij kan niet in bezwaar en beroep, omdat zijn aanvraag niet in behandeling wordt genomen. Hij wendt zich daarom tot de ombudsman.
Als de ombudsman de kwestie voorlegt aan de gemeente, laat die weten dat de energietoeslag categoriale bijzondere bijstand is. Daarvoor geldt in principe dat de aanvraagdatum bepalend is en niet de datum waarop de kosten zich voordoen. De aanvraag moet dus gedaan worden bij de gemeente waar belanghebbende op de datum van aanvraag woont. Na intern overleg neemt de gemeente de aanvraag toch in behandeling. Dat is mooi, zo constateert de ombudsman, want daardoor ontvangt de man binnen een aantal weken een beslissing waar hij – zo nodig – bezwaar tegen kan maken.