De klacht niet kwijt kunnen

Trefwoorden: klachtbehandeling, informatieverstrekking

Een man werkt tijdelijk op basis van een flexcontract bij de gemeente. Hij werkt daar met plezier maar merkt al snel dat contractafspraken onvoldoende worden nagekomen. Zo wordt het aantal afgesproken contracturen per week vrijwel nooit gehaald. De man realiseert zich dat er geen verplichting is voor de gemeente om elke week het maximaal aantal contracturen af te nemen maar de uren die hij mag werken zijn voortdurend substantieel minder. Daarbij vindt hij het vooral vervelend dat er steeds (mondelinge) toezeggingen worden gedaan die als puntje bij paaltje komt niet worden nagekomen. De man heeft het gevoel dat hij een half jaar aan het lijntje is gehouden. Had hij geweten dat hij in werkelijkheid maar een beperkt aantal uren mocht werken, dan was hij vertrokken en op zoek gegaan naar ander werk. Door de toezeggingen is hij steeds gebleven in de hoop dat het beter wordt. Na een half jaar wordt het dienstverband stopgezet. Het geringe aantal uren dat de man heeft kunnen werken heeft ook consequenties voor zijn uitkering, zo blijkt.
De man zoekt contact met de ombudsman om zijn verhaal te kunnen doen. Hij is er in dit proces tegenaan gelopen dat niet duidelijk was waar hij de klacht kon indienen, er was geen klachtenfunctionaris gekoppeld aan deze directie. Na tussenkomst van de ombudsman is de klacht opgepakt door een klachtenfunctionaris van een ander organisatieonderdeel. De gemeente erkent dat de klacht procedureel niet goed is opgepakt en betreurt dit.
De man laat na afronding van dit proces de ombudsman weten dat hij voor zichzelf er nu wel klaar mee is. Wat hij wil is zijn situatie als algemeen signaal neerleggen bij een onafhankelijk iemand in de gemeente. Hij heeft het idee dat dit, te weinig uren en niet nagekomen toezeggingen, vaker voorkomt. De ombudsman regelt een contactpersoon en laat het bij de man of hij dit signaal wel of niet gaat afgeven.