De inzet van een tussenpersoon

Trefwoorden: reactietermijn, jeugdzorg

Een vrouw heeft geen vertrouwen in WIJ. De verlenging van de indicaties voor jeugdhulp voor haar kinderen gaan echter via WIJ. Ze vraagt WIJ half juli om een tussenpersoon die de belangen van haar kinderen in gesprekken met WIJ kan vertegenwoordigen. WIJ meldt haar half augustus dat zij na de zomervakantie op het verzoek zal reageren. Omdat de indicaties voor haar kinderen inmiddels zijn afgelopen, kan de vrouw daar niet op wachten en stapt naar de ombudsman. Richting de ombudsman geeft de vrouw nog aan dat MEE de rol van tussenpersoon wel op zich wil nemen.
Gelet op de urgentie vraagt de ombudsman WIJ alsnog op korte termijn te reageren op haar verzoek om een tussenpersoon in te zetten. WIJ geeft vervolgens aan dat zij de suggestie van de vrouw niet ziet zitten vanwege het waarborgen van de onafhankelijkheid van de cliëntondersteuner. Er zou snel gekeken worden naar andere mogelijkheden, aldus WIJ. Helaas komt de reactie toch niet eerder dan half september. Er is dan wel duidelijkheid. Als haar kinderen en hun vader daarmee akkoord zijn, mag de vrouw van WIJ zelf iemand uit haar eigen netwerk als tussenpersoon aanwijzen.