Compenseren parkeerboete

Trefwoorden: boete, parkeren

Een man heeft twee naheffingsaanslagen ontvangen omdat hij niet betaald heeft voor parkeren. De man stelt dat hij een parkeervergunning heeft. Toen zijn auto naar de garage moest, kreeg hij een leenauto mee. Hij heeft zijn parkeervergunning vervolgens op het kenteken van de leenauto gezet. Nadat de man zijn auto weer ophaalde, is hij vergeten het kenteken aan te passen. Hij vindt de boetes dan ook niet terecht. Hij heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslagen en een van de aanslagen is toen ‘uit coulance’ ingetrokken. De man vindt dat ook de andere aanslag ingetrokken moet worden, maar dat gebeurt niet. Als de man zijn parkeervergunning moet verlengen, wil hij het boetebedrag op de leges voor de vergunning inhouden. De gemeente gaat daar echter niet mee akkoord. De man stapt naar de ombudsman.
De ombudsman wijst de man op de mogelijkheid van beroep tegen de beslissing op bezwaar. De man is ook in beroep gegaan, maar omdat de kans van slagen gering is, heeft hij zijn beroep weer ingetrokken. Hij vraagt de ombudsman om te bemiddelen. De ombudsman ziet dat de gemeente de man heeft laten weten te blijven bij het besluit om maar één aanslag in te trekken. Aangezien de naheffingsaanslag terecht is opgelegd en de gemeente netjes heeft gehandeld door uit coulance deels tegemoet te komen aan de man, ziet de ombudsman geen aanleiding voor bemiddeling. De man is teleurgesteld.