Trefwoorden: hulp, verwachting
Een vrouw heeft anderhalf jaar geleden de hulp ingeroepen van WIJ Groningen voor haar 4 kinderen. Na enkele maanden wordt ze ondergebracht bij een ander WIJ-team, zodat ze alles opnieuw moet uitleggen. Vervolgens komt de hulp op gang, maar er zijn volgens de moeder inmiddels wel 20 organisaties betrokken waar ze allemaal mee moet praten. Dat lukt haar niet. Ook vindt ze de communicatie met de WIJ-medewerkers niet goed verlopen. Ze krijgt bijvoorbeeld te weinig tijd om de ondersteuningsplannen goed door te kunnen lezen. Ze heeft een klacht ingediend bij WIJ, maar over de afhandeling ervan is ze niet tevreden. Na de klacht is ze opnieuw bij een ander WIJ team ondergebracht. De vrouw wil dat de ombudsman de zaak onderzoekt.
De ombudsman leest in door de vrouw toegestuurde documenten dat de WIJ-medewerkers een afspraak met de moeder willen maken. Ook leggen de medewerkers uit wat er moet gebeuren om voortgang in de hulpverlening te behouden. De ombudsman legt dit voor aan de vrouw met het advies om de afspraak met de WIJ-medewerkers voorrang te geven, zodat er zo snel mogelijk goede hulp voor de kinderen komt. Een gelijktijdig klachtonderzoek van de ombudsman werkt mogelijk eerder verwarrend en/of vertragend en kost de vrouw in ieder geval extra energie. Dat kan zo nodig later wel.
De ombudsman doet navraag bij WIJ wanneer zij met de vrouw gaan spreken. Dat blijkt op korte termijn te zijn, waarmee het hulpverleningsproces op gang blijft. De ombudsman informeert de vrouw en sluit het dossier (vooralsnog).