Trefwoorden: klachtbehandeling, informatieverstrekking, corona
Een man beklaagt zich er bij de gemeente over dat een van de gemeentelijke zwembaden de volgende dag nog niet opengaat voor recreatief zwemmen na een periode van sluiting door het coronavirus. Terwijl de Rijksoverheid wel groen licht heeft gegeven. De man vindt dat zijn klacht, niet inhoudelijk behandeld is door de gemeente. Hij voelt zich met een kluitje in het riet gestuurd en vraagt de ombudsman onderzoek te doen.
Als de ombudsman navraag doet bij de gemeente blijkt dat de gemeente de klacht inmiddels inhoudelijk heeft beantwoord. De ombudsman vraagt een kopie op en leest daarin dat er wordt uitgelegd wat de reden is dat het zwembad nog niet opengaat. Het gaat om personeelsgebrek. De gemeente laat ook weten dat het zwembad over 10 dagen wel open zal gaan voor recreatief zwemmen.
De ombudsman stelt vast dat de man met deze beantwoording de door hem gevraagde duidelijkheid heeft. De man laat per ommegaande weten het met de reden niet eens te zijn. Daarover legt de ombudsman hem uit dat dit een beleidskeuze is, waarover zij niet bevoegd is te oordelen.