U bent hier

Verschil standplaats en marktplaats

Trefwoorden: informatieverstrekking, concurrentie

Een man staat al 40 jaar iedere donderdag op de markt. Hij heeft met veel moeite een mooie klantenkring opgebouwd. Nu staat er sinds kort elke dag van de week een andere kraam met hetzelfde product, vlakbij zijn plek. Dat deze kraam er op andere dagen dan de donderdag zou staan, vindt de man prima. Het gaat hem om de donderdag. De man voelt zich niet gezien en gehoord omdat de gemeente bij het verlenen van de vergunning geen overleg met hem heeft gepleegd. Ook beklaagt hij zich erover dat de gemeente geen uitleg geeft waarom zij een vergunning heeft afgegeven voor een kraam die hetzelfde product verkoopt als hij. Hij heeft met de marktmeester gesproken en die zei dat er sprake was van een nieuwe regeling.
Uit het onderzoek van de ombudsman blijkt dat de man op grond van de Marktverordening een vergunning heeft. De andere kraam heeft geen marktvergunning maar op grond van de Algemene plaatselijke verordening (APV) een standplaatsvergunning. Deze standplaatsvergunning geeft hem het recht om alle dagen op de door de gemeente aangewezen standplaats te staan. Hoewel de ombudsman zich kan voorstellen dat het niet zo voelt, staat de standplaats formeel buiten de markt.
Over de concurrentie laat de gemeente weten dat als er een aanvraag binnenkomt, zij die alleen mag afwijzen als er sprake is van één van de weigeringsgronden van de APV. De ombudsman ziet in de APV inderdaad niet dat de gemeente vanwege concurrentie een standplaatsvergunning mag weigeren. Overleg vooraf was voor de man misschien wel prettig en klantvriendelijk geweest en had een klacht kunnen voorkomen. Dat de gemeente dat niet heeft gedaan, beoordeelt de ombudsman echter niet als onzorgvuldig. Temeer omdat de rechten van de man in principe voldoende zijn gewaarborgd omdat hij bezwaar kan maken tegen de verlening van een standplaatsvergunning. De ombudsman begrijpt van de gemeente dat er voor standplaatsen geen sprake is van een nieuwe regeling. De bestaande regeling is van 2014. Het lijkt dan ook niet logisch dat de marktmeester destijds tegen de man zou hebben gezegd dat hier sprake van zou zijn.