Trefwoorden: verwachting, informatieverstrekking
Een man heeft subsidie aangevraagd voor het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen aan zijn woning. Hij heeft hiervoor in mei 2020 een overeenkomst met de gemeente getekend. Volgens het maatregelenpakket dat de man later ontvangt, zal onder andere het dakluik in een van de kamers worden vervangen. De man kan zich in het maatregelenpakket vinden. Vervolgens wordt het dakluik toch niet vervangen.
Hij beklaagt zich dat hierover geen overleg met hem heeft plaatsgevonden . Volgens de overeenkomst had er voorafgaand aan de wijziging overleg moeten plaatsvinden. De man heeft de gemeente daar meermaals op gewezen, maar daar wordt door de gemeente niet op ingegaan. Hij gaat daarom naar de ombudsman.
In de reactie van de gemeente aan de ombudsman meldt die dat de aanpassing direct na de isolatie van het schuine dakvlak is voorgelegd aan de man. Het alternatief was om het dakluik niet te vervangen maar om een extra luik aan te brengen. Een dag later heeft de man kenbaar gemaakt dat hij hiertegen bezwaar had. Vervolgens is hem een alternatief aangeboden waarmee de man ook niet akkoord ging. Opnieuw is de situatie onder de loep genomen en toen bleek dat kon worden volstaan met het aanbrengen van extra kierdichting in het dakluik. Daar was de man het ook niet mee eens.
Tijdig geïnformeerd
Of de man direct na het isoleren van het schuine dakvlak is geïnformeerd over het alternatief en wat hiervan de reden is, kan de ombudsman niet vaststellen. Zij was niet bij het bewuste gesprek aanwezig. Daarnaast zijn de visies van de man, die van het adviesbureau en de gemeente op dit punt tegengesteld en ziet de ombudsman in de stukken geen feiten en omstandigheden die aanleiding zijn om aan de ene visie meer gewicht toe te kennen dan aan de andere.
De ombudsman constateert echter wel iets anders. Op het moment dat de man hoorde dat het dakluik niet zou worden vervangen, was het alternatief nog niet uitgevoerd en dat is het nog steeds niet. Gelet hierop is de man wel tijdig geïnformeerd. Hij heeft vervolgens zijn bezwaren tegen de gewijzigde uitvoering aan het adviesbureau voorgelegd. Er is ook naar de bezwaren geluisterd en het adviesbureau is met een gewijzigd alternatief gekomen dat aan de genoemde bezwaren tegemoetkomt. In zoverre is er naar het oordeel van de ombudsman sprake van overleg. Dat de man het ook niet eens is met het alternatief doet daaraan niets af. Dat in de overeenkomst is bepaald dat de uitvoering pas plaatsvindt na overleg wil namelijk niet zeggen dat die alleen kan plaatsvinden als de man kan instemmen met de andere wijze van uitvoering. Overleg is niet hetzelfde als toestemming.
De ombudsman ziet verder dat in de e-mail van het adviesbureau en de brieven van de gemeente inzichtelijk is uitgelegd waarom en op grond waarvan er is besloten tot een wijziging in de uitvoering van een van de maatregelen.