Trefwoorden: informatieverstrekking, verwachting, woonomgeving
Een man beklaagt zich erover dat de gemeente haar toezeggingen in de bewonersbrief van 6 weken eerder niet nakomt. Mede daardoor is de omgeving rond de woning van de man nog steeds niet op orde. Hij zit al 5 jaar in een bouwput en nog is het einde niet in zicht.
Volgens de betreffende bewonersbrief zouden de restpunten met betrekking tot het woonrijpmaken in april starten en vóór de zomervakantie zijn afgerond. In haar reactie aan de ombudsman laat de gemeente weten dat de start in april helaas niet is gelukt. Er waren problemen met de levering van materialen waardoor de planning voor alle werkzaamheden werd opgeschoven. De gemeente had dat helaas onvoldoende in beeld. In de evaluatie van dit project gaat de gemeente bekijken hoe dit in de toekomst anders kan. Inmiddels is er een nieuwe bewonersbrief rondgestuurd met een nieuwe planning en excuses voor het niet halen van de eerdere planning.
De gemeente gaat in haar reactie verder op een aantal specifieke punten in die de komende weken alsnog zullen worden aangepakt. De ombudsman constateert 3 weken later ter plaatse dat die deels zijn gerealiseerd en deels nog moeten.
De gemeente vindt het ten slotte heel vervelend dat de man nog niet het wooncomfort ervaart dat hij wel had verwacht. De gemeente erkent haar verantwoordelijkheid hierin doordat de beloofde werkzaamheden niet tijdig zijn afgerond.
De ombudsman stelt vast dat de gemeente haar toezeggingen in de bewonersbrief niet is nagekomen. Het kan voorkomen dat afspraken door omstandigheden niet kunnen doorgaan. Van belang daarbij is dan om degene aan wie de toezegging is gedaan hiervan op de hoogte te stellen. En dat is in dit geval niet gebeurd. Op dit punt handelde de gemeente dus niet correct. Daar komt bij dat de ombudsman naar aanleiding van een eerder onderzoek uitdrukkelijk heeft aangegeven dat het van belang is dat de gemeente (tijdig) blijft communiceren met omwonenden over de nog uit te voeren werkzaamheden. Dat is met een aantal brieven goed gegaan. Helaas niet met de brief die de man in zijn klacht naar voren brengt. Het vertrouwen dat bij de man al een dieptepunt had bereikt, liep daardoor weer een deuk op. In de opnieuw geplande werkzaamheden noemt de gemeente geen concrete data. Daarom roept de ombudsman de gemeente op om de man op de hoogte te stellen wanneer de toegezegde werkzaamheden gereed zijn. En mocht dat onverhoopt niet vóór de zomervakantie zijn, hem dan een tussenbericht te sturen wat er inmiddels is gebeurd, wat nog gedaan moet worden en wanneer de verwachting is dat dit alsnog zal gebeuren. Tot slot is de ombudsman van mening dat de gemeente met de aangekondigde evaluatie van het project laat zien ervan te willen leren. De ombudsman vraagt de gemeente om haar te informeren over de uitkomsten van de evaluatie.