Trefwoorden: parkeren, informatieverstrekking
Een Vereniging van Eigenaren (VvE) wil van de gemeente weten wat het toekomstige parkeerbeleid in de wijk wordt. De gemeente verstrekt de voorzitter niet de gevraagde informatie, ondanks verschillende verzoeken.
De VvE van het wooncomplex wil graag op tijd weten of zij met het nieuwe beleid in aanmerking komen voor een parkeervergunning op straat. Zo niet, dan is er tijd nodig om te onderzoeken of en hoe het eigen parkeerterrein aangepast kan worden. Er is nu namelijk te weinig ruimte voor alle bewoners.
De ombudsman stelt een onderzoek in en hoort van de gemeente dat door personele wisselingen de verzoeken van de voorzitter zijn blijven liggen. Zij legt vervolgens uit dat het nieuwe beleid zal inhouden dat bewoners op eigen terrein moeten parkeren en dus geen vergunning voor parkeren op straat krijgen. Op deze manier komt er ruimte op straat en bovendien ziet de gemeente voldoende capaciteit op het eigen terrein van de VvE.
De gemeente geeft aan dat het niet de bedoeling was dat de verzoeken van de voorzitter zijn blijven liggen. Daarom komt zij graag in contact met hem om de situatie beter in kaart te brengen en te zien of er maatwerk mogelijk is.
De ombudsman ziet dit vooralsnog als een correct aanbod omdat zij vindt dat uitstel om eventuele aanpassingen te kunnen doen ook tot de mogelijkheden van maatwerk behoort. Daarmee zou de gemeente tegemoet komen aan de korte termijn die de VvE nog over heeft. Een maand later laat de gemeente aan de voorzitter weten dat zij de situatie ter plekke bekeken en besproken heeft. Er komt een overgangsregeling voor bestaande bewoners, waardoor de VvE de gelegenheid krijgt om met de bewoners te bespreken wat op de langere termijn wenselijk is.