Wel besproken, niet gehoord

25.2.009

Teleurgesteld en ontevreden komt een vrouw bij de ombudsman. Ze vertelt dat WIJ een VTO (Verzoek tot onderzoek) heeft ingediend bij de raad voor de kinderbescherming (RvdK). WIJ vraagt dus te onderzoeken of haar kind veilig opgroeit, en of er verplichte hulp nodig is. Dit begint met een verslag dat door WIJ wordt gemaakt. Daarna volgt een gesprek met de hulpverleners, ouders en een onderzoeker van de RvdK om te kijken of onderzoek echt nodig is: de jeugdbeschermingstafel (JBT).
Het verslag klopt volgens de vrouw niet. Er staan veel fouten in en het is niet compleet. Ze vindt dat hierdoor een verkeerd beeld van haar ontstaat. Ze krijgt het verslag kort voordat de jeugdbeschermingstafel plaatsvindt. Zij heeft geen kans om het goed door te lezen en daarna wordt al besloten dat er een onderzoek gestart wordt.
De vrouw weet dat zij alsnog een toelichting kan sturen naar de RvdK. Zij doet dit niet, omdat ze denkt dat er dan niets mee gedaan wordt. Ze wil liever dat WIJ de fouten in het verslag zelf herstelt en naar de RvdK stuurt. Daarom wil ze graag met WIJ in gesprek. Ze zegt dat ze dit aan WIJ gevraagd heeft, maar dat WIJ dit niet wil.
De ombudsman vraagt aan WIJ of zij nog met de vrouw in gesprek wil. WIJ zegt van niet. Ze leggen uit dat ze de zorgen van de vrouw al eerder hebben besproken. Ook hebben zij haar al vaker uitgenodigd voor een gesprek. Zij is daar niet op ingegaan. Volgens WIJ zou een nieuw gesprek niets veranderen, omdat het onderzoek al gestart is.
De ombudsman begrijpt dat dit voor de vrouw een vervelend antwoord is. Zij voelt zich niet gehoord, terwijl WIJ vindt dat ze haar genoeg ruimte heeft gegeven. Maar de uitleg van WIJ is wel duidelijk. De vrouw kan nog wel in gesprek met de raad voor de kinderbescherming om haar verhaal te doen.