Onterecht beschuldigd van financieel misbruik

24.1.050
Trefwoorden: bewindvoering, bejegening

Een vrouw is ontevreden over het functioneren van haar bewindvoerder van de gemeente. Zij heeft haar contactpersoon nog nooit persoonlijk gezien. Het contact loopt via e-mail of telefonisch. De vrouw mist persoonlijk contact en heeft geen vertrouwen in de bewindvoerder. Zo is er geen budgetplan gemaakt om de kosten eerlijk te verdelen en kan zij geen geld opnemen van haar spaargeld. Als zij vervolgens een e-mail ontvangt waarin staat dat haar vriend financieel misbruik van haar maakt, is voor de vrouw de maat vol. Zij meldt zich bij de ombudsman.

De ombudsman is niet bevoegd om iets te zeggen over het functioneren van de bewindvoerder. Hiervoor kan de vrouw naar de kantonrechter. Wel kan de ombudsman kijken of de vrouw netjes behandeld is. De ombudsman doet daarom onderzoek naar de beschuldiging van financieel misbruik.

Daaruit blijkt dat de e-mail niet bedoeld is voor de vrouw, maar voor een collega. De bewindvoerder heeft een vermoeden van financieel misbruik. Er worden bedragen tussen de vrouw en haar vriend overgemaakt, die niet zijn afgesproken. Het is de taak van de bewindvoerder om de financiën van de vrouw te beschermen. Het is daarom niet gek dat deze oplettend is op onbekende overboekingen.
Maar het bewijs voor financieel misbruik ontbreekt en dus is het niet netjes dat de bewindvoerder dit zo schrijft. Ook is het niet zorgvuldig dat de vrouw een e-mail krijgt die niet voor haar bestemd is. De bewindvoerder biedt aan om een telefonische afspraak met de vrouw te maken om excuses aan te bieden. Dat is wel netjes.