Niet uitgebreid spelen
24.1.029
Trefwoorden: woonomgeving, snippergroen
Een man wil graag een groenstrook naast zijn huis in gebruik nemen om meer speelruimte voor zijn zoontje te creëren. Het zoontje heeft, gezien zijn persoonlijke omstandigheden, behoefte aan een plek waar hij kan schommelen, klimmen en bewegen. De man kan hiervoor verklaringen van de hulpverlening overleggen aan de gemeente. De gemeente geeft echter niet thuis. De man ziet dat in zijn buurt verschillende mensen wél de groenstrook naast hun huis (mogen) gebruiken. Hij begrijpt niet waarom hij dat niet mag. Hij vindt dat hij ongelijk wordt behandeld en dat de gemeente onvoldoende rekening houdt met het belang van zijn zoontje.
De gemeente legt uit waarom de groenstrook (snippergroen) soms wel en soms niet in gebruik genomen is. Soms ligt de groenstrook bijvoorbeeld anders. Ook is het beleid de afgelopen jaren gewijzigd. Daardoor worden nieuwe aanvragen anders beoordeeld. En er zijn situaties waarin de grond in gebruik genomen is terwijl dat niet mocht. De gemeente gaat dit de komende jaren aanpakken. De ombudsman kan deze uitleg waarom er geen sprake is van ongelijke behandeling volgen. De gemeente toont wel begrip voor het belang van de man en zijn zoontje. Maar bij het bepalen of de iemand een groenstrook in gebruik mag nemen kan de gemeente dit niet meenemen. Als een woning of tuin niet meer past bij de behoefte van de bewoner, dan is het niet aan de gemeente om de bewoner te helpen bij uitbreiding als daarbij afgeweken moet worden van het beleid. Hoeveel begrip de ombudsman ook heeft voor de situatie van de man, zij begrijpt ook waarom de gemeente de grond niet in bruikleen kan geven. De gemeente handelt hiermee niet onbehoorlijk.