Verwarrende berichtgeving

22.1.046 Stadsbeheer

Trefwoorden: afval, communicatie, informatieverstrekking

Een stichting beklaagt zich erover dat zij haar werk voor minima niet kan voortzetten nu de regels voor het brengen van afval zijn gewijzigd. De stichting regelt in het kader van dagbesteding het vervoer van (grof) huishoudelijk afval naar het afvalbrengstation. Het afval wordt vervoerd in een bedrijfsbus en/of met een dubbelassige aanhanger. Het storten gebeurde altijd op postcode; hiervoor werden geen kosten in rekening gebracht. Door de gewijzigde regels moet de stichting echter gaan betalen voor het brengen van afval. Eerder had de organisatie van de gemeente gehoord dat zij tot 1 januari 2023 (de datum waarop de grofvuilpas wordt ingevoerd) met een toestemmingsbrief van de betreffende bewoner nog gratis zou kunnen storten. Dat blijkt echter begin september toch niet het geval, want de aanhanger is dubbelassig en daarom moest die over de weegbrug.
De gemeente laat in haar reactie aan de ombudsman weten dat er in het verleden ontheffingen en vrijstellingen zijn verleend aan bepaalde organisaties, zoals kringloopwinkels. De stichting heeft echter nooit een vrijstelling gehad. Daarom valt de stichting dan ook niet onder de overgangsregeling die de gemeente heeft ingesteld voor dergelijke organisaties. Toch constateert de ombudsman dat de stichting in november wel een brief ontvangt waarin haar wordt gemeld dat zij een overgangstermijn krijgt van 3 maanden. Gelet op deze en de eerdere verwarrende communicatie over – met een toestemmingsbrief – gratis kunnen storten tot 1 januari doet de ombudsman de aanbeveling aan de gemeente om de stichting excuses aan te bieden en op enigerlei wijze coulant tegemoet te treden.
Voor de toekomst zijn de regels die gelden voor de stichting echter duidelijk. De ombudsman is niet bevoegd om inhoud van de gewijzigde regels te beoordelen.