Trefwoorden: naheffingsaanslag
Een vrouw ontvangt een aankondiging van het Noordelijk Belastingkantoor (verder: NBK) dat zij beslag gaan leggen als de vrouw niet binnen 5 dagen betaalt. Dat doet de vrouw dan ook direct, want ze is erg geschrokken. Op de aankondiging staan 3 aanslagnummers vermeld met de bedragen en de kosten. De vrouw gaat naar de ombudsman omdat ze zich afvraagt of het wel klopt dat ze alle genoemde kosten ook moet betalen.
Er was immers sprake van een opschorting van de betalingsplicht tijdens het onderzoek van de ombudsman dat aan de inning van de 3 aanslagnummers voorafging. De ombudsman gaat na hoe het precies is gegaan.
Over één aanslagnummer heeft de ombudsman enkele maanden eerder, bij de start van haar onderzoek met het NBK afgesproken dat de invordering zou worden opgeschort zolang het onderzoek zou duren. Als de vrouw voor andere boetes een soortgelijke brief zou ontvangen, zou ze de ombudsman weer bellen. Dat is niet meer gebeurd. Voor de andere 2 bedragen is er dus geen opschorting geweest. De opschorting heeft geduurd totdat de ombudsman de klacht had afgehandeld. De ombudsman vraagt bij het NBK na welke invorderingskosten de vrouw al verschuldigd was op het moment van opschorting en of dat overeenkomt met het bedrag aan kosten dat de vrouw inmiddels heeft betaald. Dat blijkt het geval te zijn. Tijdens het uitstel zijn geen nieuwe kosten ontstaan.