Trefwoorden: inzage, dossier
Een man beklaagt zich erover dat hij nog steeds zijn dossiers niet heeft ontvangen van WIJ en de gemeente. De ombudsman heeft daar eerder een klachtonderzoek (21.1.074) naar gedaan. De gemeente heeft toen de toezegging gedaan uiterlijk 1 april 2022 inzage te geven. De ombudsman heeft daaraan een aanbeveling gekoppeld. Te weten: mocht de gemeente de gestelde termijn niet halen dat zij dan alvast het dossier verstrekt dat op dat moment al wel is verzameld en een redelijke termijn noemt waarbinnen zij de rest van het dossier zal verstrekken. De gemeente heeft op 23 februari laten weten deze aanbeveling over te nemen.
Uit het nadere onderzoek van de ombudsman blijkt dat er vanuit de gemeente op 4 april een mail is gestuurd naar de man met de vraag hoe hij de documenten wil ontvangen. Omdat hierop geen reactie kwam is er op 26 april een brief gestuurd aan de man met dezelfde vraag.
De man laat op 16 mei aan de ombudsman weten beide documenten niet te hebben ontvangen. Om die reden vraagt de ombudsman een kopie op van zowel de e-mail als de brief en stuurt deze toe aan de man. Op 18 mei meldt de gemeente dat ze de dag ervoor bericht heeft ontvangen dat de man de documenten digitaal wil ontvangen. Dat gaat de gemeente regelen. De ombudsman gaat ervan uit dat de man na haar interventie en met de toezegging van de gemeente op korte termijn kan beschikken over zijn opgevraagde dossiers van WIJ en de gemeente.