Trefwoorden: verhuurdersvergunning, leges, informatie
Een man beklaagt zich erover dat hij door de gemeente niet goed is geïnformeerd over de kosten voor het aanvragen van een verhuurdersvergunning. Nadat de man eigenaar is geworden van een pand, stuurt hij een dag vóór Kerst een e-mail naar de gemeente over de verhuurdersvergunning. Nog dezelfde dag schrijft de gemeente hem dat het wel kan wachten tot 2021. Begin 2021 informeert de gemeente de man vervolgens dat hij een officieel aanvraagformulier moet indienen. Als de man dit doet, ontvangt hij voor het in behandeling nemen van de aanvraag van de gemeente een factuur van bijna 360 euro. Het blijkt dat de regels met betrekking tot de behandelkosten zijn veranderd. Werden er in 2020 nog geen kosten in rekening gebracht, per 1 januari 2021 is dat wel het geval. De man constateert dat als de gemeente hem in 2020 hierover had geïnformeerd hij geen kosten had hoeven maken. De gemeente blijft er echter bij dat de factuur terecht is en daarom stapt de man naar de ombudsman.
De gemeente laat de ombudsman weten dat het in principe de eigen verantwoordelijkheid van de man is en hij de informatie op de website had kunnen vinden. Wel ziet de gemeente in dit specifieke geval aanleiding om de aan de man berekende leges terug te betalen. De ombudsman is van oordeel dat de gemeente de man in 2020 netjes had moeten informeren over de aanvraagprocedure en de kosten per 1 januari 2021. Dat de gemeente deze kosten alsnog aan de man terugbetaalt, is volgens haar dan ook correct.