U bent hier

Beter uitgelegd

Trefwoorden: kwijtschelding, studiefinanciering, aandelen

Een man klaagt erover dat het Noordelijk Belastingkantoor (NBK) zijn verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen heeft afgewezen. Het verbaast hem dat het NBK blijft zeggen dat hij voldoende vermogen heeft om de belasting te kunnen betalen. Dit vermogen is echter geheel opgebouwd uit de verkregen lening van de dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) voor het volgen van zijn studie. Hij verwijst naar een rapport van de Nationale ombudsman over een vergelijkbare kwestie waarin sprake was van een banktegoed door de verkregen studiefinanciering. Dat wordt niet als vermogen gezien. De man vertelt dat hij sinds eind 2017 een aandelenrekening heeft bij een bank. Daarop heeft hij een deel van zijn studiefinanciering gezet. Hij ziet het verschil tussen zijn zaak en de andere zaak niet en gaat naar de ombudsman.
De ombudsman laat in de eerste plaats weten dat zij bij de beoordeling van de afwijzing van het kwijtscheldingsverzoek een beperkte rol heeft. De ombudsman mag namelijk geen nieuw besluit nemen. Wel kan de ombudsman nagaan of het NBK het besluit goed en duidelijk heeft uitgelegd.
Tijdens het klachtonderzoek maakt het NBK duidelijk waarom de aandelenportefeuille anders wordt beoordeeld dan een banktegoed. De opsomming in de wet is namelijk uitputtend en gaat alleen over banktegoeden. Daarom vallen alle andere vormen van vermogen dat is opgebouwd met een (deel van) een studielening daarbuiten. Deze nadere toelichting biedt naar het oordeel van de ombudsman verheldering waarom de situatie van de man anders is dan de kwestie die door de Nationale ombudsman is beoordeeld. Het NBK corrigeert daarmee de eerder gegeven motivering en dat is netjes.