U bent hier

Als de raad heeft gesproken

Trefwoorden: Diftar, toezegging, verwachting

Een man beklaagt zich namens een groep inwoners van Haren over de aanslag afvalstoffenheffing 2021. Hij weet dat ze daartegen bezwaar kunnen maken, maar dat is volgens hem niet erg zinvol. Het Noordelijk Belastingkantoor zal waarschijnlijk reageren met de opmerking dat zij de tarieven toepassen die door de gemeenteraad zijn vastgesteld. Waar de man zich eigenlijk over beklaagt is dat in de bestuursovereenkomst die bij de gemeentelijke herindeling is gesloten, is afgesproken dat Diftar* voor Haren behouden zou blijven. Vorig jaar heeft de gemeenteraad echter besloten om te stoppen met Diftar. De man vindt dat er sprake is van het niet nakomen van toezeggingen.
De ombudsman bestudeert de stukken (waaronder het raadsdebat, de beantwoording van Kamervragen, de bestuursovereenkomst en de ingediende zienswijzen) en stelt vast dat over dit onderwerp uitgebreid is gediscussieerd in de gemeenteraad van september 2020. In een van de stukken erkent de gemeente dat er op grond van de bestuursovereenkomst verwachtingen zijn gewekt.
Uiteindelijk heeft de raad toch het besluit genomen om vanaf 1 januari 2021 een vast tarief te hanteren. Daarbij is de toezegging gedaan om onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor gemeentebrede invoering van Diftar voor gebieden waar minicontainers worden gebruikt. Het raadsbesluit is genomen met inachtneming van de bestuursovereenkomst en de verwachtingen die daardoor leefden. Door dit raadsbesluit is er sprake van algemeen gemeentelijk beleid waar de ombudsman niet over mag oordelen. Datzelfde geldt voor de afvalstoffenverordening. De man is erg teleurgesteld over het oordeel van de ombudsman.

*Diftar staat voor gedifferentieerd tarief. Inwoners betalen voor de hoeveelheid afval die ze aanbieden.